In America is falen al meer geaccepteerd. Daar gaan ze uit van het principe dat elke persoon of ondernemer wel een aantal keer moet falen (op zijn of haar bek moet gaan, fouten moet maken) om succesvol te kunnen zijn.
Hier wordt falen zoveel mogelijk doodgezwegen. Hoe komt dat? Omdat we falen associëren met wie we zijn, het raakt ons in onze identiteit (daar waar het pijn doet). Het is verbonden met ons ego. Het is niet iets wat je doet, het is iets wat je bent.
Ik ben gefaald. Ik ben niet goed genoeg. Ik ben hier schuldig aan… En dat maakt het heel moeilijk om met falen om te gaan.
Als mens hebben we aangeleerd om falen automatisch persoonlijk te nemen. We vermengen wie we zijn met wat we doen (of niet doen) en wat we hebben (of niet hebben).
Alleen klopt dat helemaal niet. Je word toch niet bepaald door je bezittingen? Je wordt toch niet bepaald door één bepaalde competentie?
Als je zegt ‘ik ben gefaald’ geef je jezelf eigenlijk de toestemming om klein te blijven en op veilig te spelen. Het is een spelletje dat je hersenen met je spelen om je zoveel mogelijk in je comfortzone te houden. Mogelijks is dat wel wat je wilt?
Alternatieve zaken die je mogelijks tegen jezelf zegt en die je ego gelukkig houden:
-
Ik wist dat het niet ging lukken
-
Zie je wel, ik dacht nog dat het een slecht idee was
-
Wat had je gedacht? Ik zei toch dat het een onrealistisch idee was
-
Het had toch geen kans op slagen
-
…