Deel dit bericht
- Lieven Vandendriessche

Een alternatieve definitie voor succesvol zijn

Alternatieve definitie voor succesvol zijn

 

Een alternatieve definitie voor succesvol zijn en succesvolle ondernemingen? Het is hoog tijd.

De zoektocht naar wie ik ben en wat ik wil worden (professioneel en persoonlijk) is bij mij al vijfentwintig jaar aan de gang. De ontwikkelingen in mijn levensavontuur gebeuren in horten en stoten: ik weet dat na een kalme periode (en net op het moment dat ik denk…ik bén er!) er weer een tijd zal komen waarin ik bijna alles weer op losse schroeven zet; ik weet ook dat als ik weer aan het zoeken ben (naar evenwicht, een professionele uitdaging, …) ik zeker weer iets zal vinden dat me rustiger maakt, tevredener ook, en meer mens.

Kind van de jaren ’80 en product van een Vlaams beschermend middenklassegezin, fluitend door de humaniora - pas op, een college- lag de keuze voor unief voor de hand. En wat is er mis met Rechten studeren als je nog niet weet wat je wil verder? Ja, ergens dacht ik wel dat ik in een corporate omgeving zou kunnen terechtkomen, en een job zou vinden ‘om veel geld te verdienen’ – in mijn hoofd een waarde op zich; en ik werd daarin ook door niemand in mijn omgeving tegengesproken. Aan de unief orakelde een prof bij een casus “Want ja, als u sjieke advocaat wil worden zoals Tom Cruise in The Firm” en daarmee kregen we een rolmodel voor succes en prestige.

Ik geef toe, ik heb het geprobeerd: me conformeren aan bedrijfswaarden, constructief meegaan met plannen, mezelf enthousiast blijven maken voor een project waarin ik toch diep vanbinnen niet geloofde. Tot het niet meer ging.

Waarom niet? Om een heleboel redenen. Maar er is er eentje dat er uitspringt. Voor succes in een bedrijfscontext is er nog steeds veel te veel aandacht aan factoren die ons op lange termijn als mens geen deugd doen. Bazen moeten nog altijd alles weten en kunnen, twijfel moet onderdrukt worden, feedback krijg je op een formele manier en is gekwantificeerd. Je moet niet te veel empathie tonen tegenover zij die niet meekunnen. Een collega die het moeilijk heeft een knuffel geven is not done. Samenwerking moet maar ook niet zo veel dat jouw eigen bijdrage niet meer kan gedetecteerd worden. En verzoenen? Past niet bij het mantra dat we concurrentie moeten platwalsen! Mindfulness is goed : om kalm te blijven want dan kan het vele werk rapper verzet worden. Dankbaarheid voelen en tonen? Volgend kwartaal moet het alweer beter zijn.

Nochtans is er niks verkeerd met winst maken of economisch succes. Het is de manier waarop vandaag winst wordt gereduceerd tot een puur economisch en financiële en materiële parameter, zonder te kijken naar welke menselijke aspecten hier aan te pas komen, langetermijn gevolgen ze heeft, opportuniteitskosten ze maakt, ecologische voetdruk ze omvat,… die wringt met wie bewust, als volledige mens, in het leven wil staan. Deze enge benadering maakt ons eenzamer, narcistischer, materialistischer, minder empathisch dan we zouden kunnen zijn.

 

Ik verdiepte me in mijn never-ending levensavontuur onlangs in het werk van een aantal Amerikaanse psychologen die zich toeleggen op de positieve psychologie: deze focust niet op pathologieën maar op de affecten van menselijk gedrag die we positief ervaren, die ons minder stress geven, tevredener maken en…gelukkiger (hoewel voor geluk natuurlijk ook historish en maatschappelijk verschillende definities bestaan, hanteer ik hier voor geluk het begrip “subjectief welbevinden”). Welke inzichten levert ons de positieve psychologie dan op? Ik wil er graag enkele benoemen.

Mensen zijn gemaakt om connecties te maken, om verbonden te zijn met andere mensen. Daar zijn evolutionaire bewijzen voor, in ons zenuwstelsel en bij het aanmaken van de stof oxytocine (ook wel het knuffel- of liefdeshormoon genoemd). Gevolg van een goed ontwikkeld zenuwstelsel voor emoties zijn individuen die meer positieve emoties waarnemen, meer vertrouwen hebben in interacties met vreemden, meer veerkracht hebben bij tegenslagen. Oxytocine bij individuen zorgt voor minder stress, lagere bloeddruk, minder activiteit in de amygdala (het primitiefste stuk van ons brein), promoot familiebanden, zorgt voor gevoelens van veilige hechting bij kinderen. Oxytocine zorgt verder bijvoorbeeld ook voor meer teamspirit en samenwerking en maakt dat we vertrouwen (zonder argeloos te worden).

In dit verband moeten we zeker ook verwijzen naar studies die het belang van aanraking vermelden. Ik wist dit al omdat ik vader ben van twee prematuur geboren meisjes die we dagenlang vasthielden met hun naakte bovenlijfje op onze blote borst (studies wijzen uit dat deze babies 47pct meer gewicht winnen dan babies zonder aanrakingstherapie). Bij mensen met Alzheimer zorgen aanrakingen voor minder depressie, voor scholieren in een klas zorgen schouderklopjes (letterlijke dan) dat ze meer interactie en participatie vertonen. Dokters onderzoeken nu ook hoe aanraking kan helpen bij patiënten met ziektes die nu nog vaak leiden tot de dood.

De onderzoekers wijzen ook op de vele positieve eigenschappen van empathie, waarvan ze zeggen dat die heel eigen is aan menselijk gedrag. Welke goede gewoontes hebben empathische individuen dan? Ze cultiveren nieuwsgierigheid naar andere, vreemde mensen. Ze leggen makkelijker vooroordelen naast zich neer, en zoeken naar gemeenschappelijke eigenschappen bij anderen. Ze zijn goede en aandachtige luisteraars, en ze zijn open (en durven zich kwetsbaar opstellen). Deze mensen inspireren ook vaak collectieve acties, of maatschappelijke verandering. Mensen met empathie hebben ook meer verbeeldingskracht. Zelf ervaar ik dat het leven makkelijker is als je je probeert in te beelden hoe het voor anderen is; ik word er bijvoorbeeld ook milder en geduldiger van!

Compassie (gevoel dat je hebt als je anderen ziet lijden en daar iets wil aan verhelpen) en mildheid: mensen met deze eigenschappen zouden hogere waarden van subjectief welbevinden melden. Deze stellingen daagden mijn wereldbeeld uit: zijn dat geen gevoelens die alleen losers moeten koesteren? Toon je je dan niet zwak? Door zelf deze mildheidsspieren te trainen weet ik intussen dat het allesbehalve het geval is! Mensen die compassie en mildheid beoefenen, zijn socialer. Ze hebben minder stress, en zijn zorgender. Dit zorgt dan weer dat ze zich beter voelen. Deze mensen zijn ook draagkrachtiger. Bovendien claimen wetenschappers dat ons brein gemaakt is om compassie te cultiveren; het is niet iets dat we ons aanleren. Ze leggen ook de nadruk op het feit dat ‘geven’ (een vorm van compassie) goed is voor de mens: het reduceert –weer-s tress, triggert welbevinden in onze hersenen, stimuleert samenwerking en verbondenheid, het roept ook gevoelens van dankbaarheid op (die dan weer cruciaal zijn voor ons welbevinden, sociaal leven, en onze gezondheid); bovendien is ‘geven’ besmettelijk: het zet anderen ook aan tot generositeit.

Mensen zijn gemaakt om samen te werken en neigen tot verzoening. In mijn eigen opvatting was dit niet altijd wat ik zelf geloofde. Samenwerken, ok; maar hoe ga je om met diegenen die je saboteren? En moet je je verzoenen met zij die jou het leven zuur maken? De wetenschappers tonen aan dat ‘peacemaking’ bij primaten ingebakken zit in de hersenen. Bij het verzoenen zou ook de evolutionaire oorsprong van het blozen horen: het is een uiterlijk teken dat uitnodigt tot verzoening, tot verbinden op een moment waarop je eerder isolement of agressie verwacht (bijvoorbeeld na een conflict). Bij het verzoening hoort ook de kracht van het zich excuseren. Dat we peacemaking skills bezitten, maakt ook dat we helemaal niet fatalistisch moeten zijn over de mogelijkheid van wereldvrede. Het zit in ons.

Vergeven dan. Vergeven is dat we ten eerste accepteren dat er iets te vergeven valt (we geven toe dat er een ‘transgressie’ is geweest, we vergoelijken het niet, we moffelen niets weg). Wie vergeeft, heeft een verminderde behoefte aan wraak of straffen, en heeft compassie voor lijden van anderen. Koppels die vergeven, zijn gelukkiger samen, ontdekten wetenschappers. Vergevingsgezinde mensen zijn ook gezonder, produceren minder cortisol (stresshormoon), hebben hechtere relaties én hebben meer zelfvertrouwen en voelen zich beter in hun vel! Raar, want in onze maatschappij zijn worden mensen die vergeven vaak gezien als doetjes of zwakkelingen. Nochtans weten wetenschappers dat het iets is wat typisch menselijk is, we doen er onze menselijke natuur geen geweld mee aan.

En dan wil ik ook nog even stilstaan bij mindfulness, waar intussen iedereen al heeft van gehoord. Zelf volgde ik drie jaar geleden de opleiding mindfulness; en ik kan zeggen dat ze mijn leven heeft veranderd. Hoe? Om te beginnen leert mindfulness je milder te zijn, met jezelf en degenen rondom je. Dat scheelt al een slok op de borrel voor iemand zoals ik die altijd wel een reden vond om geërgerd te zijn over iets! Mindfulness leert ons ook om onze aandacht te concentreren op één ding; voor mezelf maakte het komaf met het multitasken (tanden poetsen op het toilet, emails lezen en tegelijk een nota schrijven, iphone checken terwijl ik met de auto rijd,…). Tenslotte gaf mindfulness me het inzicht dat je gedachten niet de realiteit zijn, het zijn maar gedachten. Een goeie manier voor mezelf om wat idée-fixes los te laten. Intussen hebben ook mijn dochters al kennis gemaakt met mindfulness, wat hen bijvoorbeeld helpt om wat rustiger te worden bij het slapengaan.

Conclusie van dit alles? Voor geen enkel van bovenstaande attributen ben ik ooit beloond op mijn vroegere werk. Nochtans weet ik - gesteund door wetenschappelijk onderzoek - dat ze me een betere, stabielere, mildere, gelukkigere mens maken - en eentje die zijn werk héél graag doet. Voor mij een goede reden om ze voortaan altijd onder de aandacht van mijn klanten te brengen. Ze openen de deur voor duurzame, houdbare groei van bedrijven en de mensen die er werken.

 

Lieven Vandendriessche

voor A-Lissome

 

#succes #mindful #mildheid #positive #mindset